Chris Steijvers
Ik heb in de vorige nieuwsbrief in een artikel aangegeven hoe we onze vogeltentoonstellingen kunnen inzetten om de vogelliefhebberij beter te promoten. Het mag duidelijk zijn dat een nieuwe opzet meer geld en meer mensen vereist. En om dan maar meteen met de deur in huis te vallen: de vogelverenigingen zoals we die kennen in Oost-Groningen zullen er nooit in slagen zo’n opdracht uit te voeren. Deze verenigingen zijn, met wellicht Winschoten als enige uitzondering, gewoon te klein.
Het ziet er ook niet naar uit dat het ledenbestand de komende tijd gaat groeien. Integendeel, de achteruitgang in het aantal leden gaat gestaag door. We zitten gevangen in een vicieuze cirkel. Omdat er steeds minder leden zijn, wordt het onmogelijk nieuwe taken uit te voeren. En als we geen nieuwe taken gaan uitvoeren, komen er geen leden bij.
Van de verenigingen die ons omringen zijn er een aantal die draaien op de inzet van één of twee bestuursleden. Die bestuursleden zijn vaak ook niet meer van de jongste. Wanneer het hele verenigingsgebeuren afhankelijk is van één of twee mensen, is dat niet goed voor die mensen en ook niet goed voor de vereniging. Onder dit soort omstandigheden een tentoonstelling organiseren, zelfs een eenvoudige traditionele tentoonstelling, is zo goed als onmogelijk. Stadskanaal en Nieuwe Pekela hadden dan ook al geen tentoonstelling meer. Onstwedde-Alteveer zou hen daarin volgen. Het samenwerken van deze drie verenigingen heeft, voor zover het de tentoonstelling betreft, de zaak voorlopig gered.
Door het samenvoegen van geld en mensen blijkt het dan opeens wel degelijk mogelijk te zijn de tentoonstelling uit te bouwen tot een evenement dat ook voor niet georganiseerde vogelliefhebbers aantrekkelijk is. Uiteraard is het niet zo dat zoiets van de ene op de andere dag gerealiseerd kan worden. Maar de Regionale Vogelshow Zuid-Oost Groningen, waarvan Stadskanaal, Nieuwe-Pekela en Onstwedde-Alteveer de organiserende verenigingen zijn, laat een begin zien van een nieuwe aanpak.
Voor het eerst was er een goed ingerichte volière. Het koppel vogels dat er in zat, werd niet gekeurd. Er werd wel informatie gegeven over de getoonde vogels. De bedoeling is leken te laten zien hoe vogels gehouden kunnen worden en hoe aantrekkelijk zo’n volière in een tuin kan zijn. Natuurlijk, één zo’n volière is lang niet genoeg. En de inrichting kan nog veel beter. Maar het begin is er.
Er was ook aandacht voor het zelf kweken van levend voer voor vogels. Dat was niet naar ieders smaak. Veel mensen vinden insecten, slakken en muizen maar vieze beesten. Maar de kinderen die ieder jaar vanuit de basisschool de show bezoeken, waren er niet bij weg te slaan. Ze stelden honderd-en-een vragen. Gelukkig zijn ze nog vrij van de vooroordelen waarmee de doorsnee volwassene zit opgescheept. Ze hebben er ook geen moeite mee om te horen dat dat jonge muisje dat ze zo snoezig vinden in één hap in de keel van een vogel kan verdwijnen.
Het is van groot belang kinderen te laten zien dat in de natuur alles met alles samen hangt. Bescherming van wilde vogels begint met bescherming van insecten. En uit wetenschappelijke publicaties blijkt steeds maar weer dat het slecht gesteld is met het insectenbestand. Naar mijn mening is voorlichting geven over deze aspecten van de vogelliefhebberij ook een taak van onze vogelverenigingen.
Minstens zo belangrijk is dat de kinderen met een goed gevoel weer terug naar hun school gaan. Een onderwijzer kan een en ander oppakken en in de lessen verwerken. Later op de dag komen de kinderen vaak nog een keer op eigen gelegenheid kijken. Ze nemen dan hun ouders mee. Een betere reclame voor onze hobby is niet te bedenken!
Er zijn leden van “De Goudvink” die het idee hebben dat onze vereniging niet kapot kan. Helaas. In het voorwoord hebt u kunnen lezen dat onze voorzitter om gezondheidsredenen zijn functie moet neerleggen. Ik zie nog niet zo één-twee-drie een nieuwe voorzitter opstaan. In feite zitten we in dezelfde neergaande lijn als de ons omringende verenigingen. Ook Veendam dacht de eeuwige toekomst te hebben. Nu ligt daar alles plat. Met de eens zo beroemde internationale tentoonstellingen in Veendam is het definitief gedaan.
Als we onze tentoonstellingen en onze verenigingen in stand willen houden, zullen we moeten samenwerken met de ons omringende verenigingen. Die samenwerking is al ingezet toen door de leden besloten is ons als ondersteunende vereniging aan te sluiten bij de Regionale Vogelshow Zuid-Oost Groningen.
De besturen van de vogelverenigingen Stadskanaal, Onstwedde-Alteveer, Nieuwe-Pekela, Veendam en onze eigen vereniging vinden dat het tijd is om een stap verder te gaan. Dat wil zeggen een volledig samengaan van deze 5 verenigingen.
Als ik de vraag moet beantwoorden: “Waar gaat het naar toe met onze tentoonstellingen?”, dan zie ik voor “De Goudvink” maar twee mogelijkheden.
Ten eerste: we proberen met man en macht de boel zo lang mogelijk draaiende te houden. De achteruitgang van de tentoonstelling is daarmee echter niet te stoppen. De werkzaamheden en de verantwoordelijkheden komen op steeds minder mensen te rusten. De uitkomst laat zich raden.
Ten tweede: we gaan met vijf verenigingen samen om weer eens een goede show neer te zetten. Het is niet uit te sluiten dat die nieuwe opzet over 5 à 10 jaar weer met dezelfde problemen komt te zitten als die waar wij nu tegen aanlopen. Maar er kan in 5 à 10 jaar ook veel positiefs gebeuren. Een goed opgezette show waarin aan meer onderwerpen aandacht wordt besteed als alleen kooi- volièrevogels kan ook nieuwe leden aantrekken.
Op dit moment wordt er al hard gewerkt aan de samenvoeging. Uiteraard is dit slechts “voorwerk”. Uiteindelijk moeten de leden van alle betrokken verenigingen akkoord gaan zoals dat in de verenigingsstatuten staat voorgeschreven. U krijgt daar binnenkort nader bericht over.