20231114_154831

Eerste tentoonstelling vogelvereniging Zuid-Oost Groningen

Chris Steijvers

Na 3 jaar pech door corona en vogelgriep konden we dan eindelijk een tentoonstelling op poten zetten. Inmiddels is het ledenaantal van de vereniging danig geslonken. Veel mensen zeggen hun lidmaatschap op om reden dat ze door ziekte en ouderdom niet meer in staat zijn hun vogels naar behoren te verzorgen. En dan gaat het helaas om de categorie van de fervente inzenders naar tentoonstellingen. Het mag dan ook geen wonder heten dat we een bedroevend laag aantal inzenders en vogels op onze show hadden. Ook de opbouw gebeurt door leden die fysiek vaak niet meer in staat zijn zich ten volle in te zetten.

Ondanks de hiervoor genoemde beperking en een onvoorzien probleem met het leggen van de vloer verliep de opbouw naar schema. Op maandagavond was de grootste klus gedaan. Dinsdagmiddag was voor de kleinere werkzaamheden. Daarna werden vanaf 5 uur de vogels ingebracht. Omdat de aantallen niet zo groot zijn, kon dit inbrengen in een gemoedelijke sfeer plaatsvinden. Het gebruikelijke hectische gedoe van inzenders die in rijen staan te dringen en medewerkers die druk heen en weer lopen om kooien op de stellingen te plaatsen, bleef achterwege.

Het is wel vervelend dat degene die de inname doet iedere vogel nauwgezet moet bekijken omdat er een “veterinaire” vragenlijst moet worden ingevuld. Alsof een inzender die controle niet al zelf doet voordat hij zijn vogels inbrengt. Ook moeten de surveillanten hesjes dragen met de tekst “toezichthouder” op hun rug. Dat heeft zin op grote shows waar de mensen elkaar niet kennen. Bij ons schept het slechts een officiële sfeer die uit de toon valt. Maar het zijn voorschriften waar we ons aan te houden hebben.

Op woensdag vond de keuring plaats. Ook nu had het lage aantal vogels een positieve kant. De keurmeesters konden alle tijd nemen om tot een beoordeling te komen. De drie ingeschreven Zwitserse Frisé kanaries weigerden aanvankelijk om hun door de standaard voorgeschreven houding aan te nemen. De keurmeester bleef geduldig wachten. “Nu kan ik dat doen”, zo zei hij. “Op een keuring waarop ik er 25 moet beoordelen, ben ik genoodzaakt op het keurbriefje te vermelden dat ze geen houding aannemen en dan komen ze niet voor een prijs in aanmerking.” Het kampioenschap bij de postuurkanaries dat nu door een van de Zwitserse Frisé’s in de wacht werd gesleept, was zijn inzender op een grote tentoonstelling dus ontgaan.

Ook de andere keurmeesters gaven te kennen dat ze niet zitten te wachten op tentoonstellingen waar ze het maximale aantal van 80 vogels moeten keuren. Het is dan vaak haastwerk en dat gaat ten koste van het plezier in het keuren en de kwaliteit daarvan. Er was een bijzitter aanwezig. Dat is iemand die de keurmeestersopleiding volgt en begeleid door een ervaren keurmeester praktijkervaring opdoet. Uiteraard biedt een kleine tentoonstelling meer gelegenheid om dit te doen.

De keurmeesters toonden zich zeer tevreden over de organisatie en het verloop van de keuring. Ze waren ook erg te spreken over de kwaliteit van de vogels. Dat kwam duidelijk tot uitdrukking in de toegekende punten. Maar liefst meer dan de helft van de ingezonden vogels haalde een score van 90 punten of hoger. Het is verleidelijk om bij kleine aantallen inzenders vogels in te gaan sturen die eigenlijk niet tentoonstellingswaardig zijn. Men kan zich dan beroemen op een “grote show”. In onze regio hebben wel shows plaatsgevonden waar honderden vogels werden gekeurd, maar veelal met 85 punten of minder. Voor het merendeel ging het dan ook nog om open klasse vogels. Dit is toch niet het juiste antwoord op de problemen waar onze liefhebberij voor staat. Kwaliteit gaat voor kwantiteit.

Tijdens de opening was het gezellig druk. Een journalist en een fotograaf van het Dagblad van het Noorden legden het gebeuren vast. Ook een leerling-journalist van de Rijks Universiteit Groningen kwam voor zijn opleiding een reportage maken. De bezoekers waren zeer te spreken over de keurbriefjes die bij iedere kooi hingen. Iedere vogel kon nu met zijn gedetailleerde beoordeling bekeken worden. “Zo leren we tenminste iets”, was een veel gehoord commentaar. Het werd wel als een gemis ervaren dat er voor de bezoekers geen overzicht van het totale aantal ingezonden vogels en inzenders was. Dat is iets waar we volgend jaar aan moeten denken.

Ook de vrijdag verliep in een gemoedelijke sfeer. Zoals gewoonlijk kwam de basisschool van Alteveer weer op bezoek. Voorafgaand hadden de kinderen kleurplaten gemaakt waarmee de tentoonstellingsruimte was opgevrolijkt. Tijdens hun bezoek mochten ze de mooiste vogel uitzoeken. Dat wordt dan steevast de vogel met de felste kleuren, in dit geval een kapoetsensijs. De voorzitter vertelde het een en ander over vogels. Op zijn vraag “Wie heeft er thuis vogels” gingen de nodige vingertjes de lucht in. Maar dan bleek toch al snel dat het meestal de grootouders zijn die nog vogels hebben. Andere vraag van de voorzitter: “Hoe lang broeden kleine vogels op hun eieren?“. Een jongetje riep enthousiast: “Twee maanden!”. “Nou”, zei de voorzitter, “eerder twee weken”. Jongetje, mokkend: “Zat ik er toch dichtbij”.

Vrijdagavond kwam er een delegatie van onze zustervereniging uit Weener. Ze bekeken de vogels en praatten nog wat na. Ook zij waren zeer te spreken over de aangebrachte keurbriefjes. Een schematisch afgebeelde vogel waar om heen opmerkingen staan, kent men in Duitsland niet. Het blijft dus altijd gissen wat een keurmeester ziet en niet ziet. “Bei uns ist das sche….”, aldus de voorzitter van Weener.

De afbouw op zaterdag verliep heel soepel. Er was nu ook “jonger volk” aanwezig. Bij de opbouw konden zij niet helpen omdat ze een baan hebben. Maar het scheelt een hoop als de helpers wat meer in de mouwen hebben.

Ondanks de teleurstelling over het geringe aantal vogels en inzenders mogen we toch wel de conclusie trekken dat we er in geslaagd zijn een attractieve tentoonstelling neer te zetten.

Reacties zijn gesloten.