032

Een avondje vogelfotografie en meer

Chris Steijvers

Afgelopen 7 maart organiseerde onze vereniging een lezing verzorgd door André Eijkenaar. André is een bekend natuurfotograaf. Zijn foto’s zijn in allerlei boeken en artikelen te bewonderen.

Natuurfotografie staat de laatste tijd nogal in de belangstelling. En niet altijd positief. Er zijn ronduit zorgen over het verstorende effect dat natuurfotografen op de natuur hebben. Een publicist als Rob Bijlsma windt er geen doekjes om: “Fotografen hebben geen idee van wat ze aanrichten, de aanzwellende lijst van verstoringen door telelenzendragers laat daarover geen twijfel bestaan. Misschien iets voor de Vogelbescherming Nederland om behalve kattenliefhebbers ook vogelfotograven eens de bel aan te binden?” Rob Bijlsma heeft een indrukwekkende kennis van het Nederlandse vogelleven. Helaas is het ook iemand die in het wilde weg tegen alles en iedereen ageert. Het is helaas een feit dat er natuurfotografen zijn die zich slechts richten op het maken van een mooi plaatje en daarbij de vogel zelf uit het oog verliezen. Maar het gaat te ver om daarmee een hele groep mensen in een kwaad daglicht te stellen.

Ree

Tijdens zijn lezing liet André Eijkenaar blijken dat hij bij het maken van foto’s rekening houdt met de vogels zelf. Wanneer hij ter camouflage languit in een kist ligt om weidevogels te fotograferen zal hij niet, wanneer hij voldoende opnamen heeft, zijn kist openen, opstaan en de weide verlaten. Daarmee zou hij de vogels in rep en roer brengen. Hij wacht rustig af tot er een kraai of roofvogel overvliegt. Weidevogels reageren daar heftig op. Met zijn allen proberen ze de belager van hun eieren of jongen te verdrijven. In het dan ontstane tumult kan André snel en tamelijk onopgemerkt het veld ruimen.

Hoe komt hij in die kist? Samen met een helper draagt hij de kist naar een geschikte plek. Hij kruipt erin, zijn helper sluit de kist en vertrekt. Omdat vogels (waarschijnlijk) niet kunnen tellen, hebben ze niet door dat André in zijn kist achterblijft. Ze zullen na het vertrek van de helper hun gewone doen en laten weer oppakken. Een boer die als helper optrad vroeg hem eens voordat hij de kist sloot om een handdruk. “Waarom?”, vroeg André. “Ik heb nog nooit een hand gehad van iemand die in de kist ligt”, aldus de boer.

De foto’s van de weidevogels die André op deze wijze maakt, zijn er niet alleen voor de mooiigheid. Ze kunnen aanleiding geven voor serieus onderzoek. Zo zag hij op een foto van baltsende grutto’s dat het wijfje een steentje in haar snavel hield. Toen hij daar zijn archief eens op na zocht, bleek dat vaker voor te komen. Hij vroeg zijn collega’s hier op te letten en inderdaad, ook zij zagen vaak zo’n steentje in een vrouwelijke gruttosnavel. Waar dient het voor? Geen mens die het weet, maar ongetwijfeld zal een ornitholoog dat wel eens uitvissen.

Grote bosmuis

En dan het verhaal van de grote bosmuis. De grote bosmuis is een zeer algemeen voorkomend knaagdier in Midden-Europa. In Nederland kwam hij slechts sporadisch voor in Zuid-Limburg. Vanaf de 70e jaren werd hij vaker gesignaleerd, ook buiten Limburg. Bij het bezoek aan een imker zag André een aparte muis liggen. Deze zou gevoerd worden aan een bosuil die bij de imker in de schuur huisde. Zo gaat immers niets verloren! Bij navraag aan de Zoogdierenvereniging bleek het om de grote bosmuis te gaan. Een dood exemplaar wordt niet gezien als bewijs. Samen met de imker is een traject uitgezet met levendhoudende vallen. Na een half jaar was het raak! De muis is nu officieel geregistreerd in Groningen. Nader onderzoek leerde dat deze soort inderdaad Groningen gekoloniseerd had.

Het mag daarmee duidelijk zijn dat de lezing niet tot vogels beperkt bleef. Talloze afbeeldingen van eekhoorns, hazen, reeën, vossen enz. werden getoond. En bij elke diersoort vertelde André bijzonderheden. Vooral bij de vogels gaf hij ook tips om de helpende hand te bieden bij allerlei problemen. Zo is het heel goed mogelijk om zwaluwen bij de nestbouw te helpen. Natuurlijk is niet alles op te lossen. Door de enorme afname van het aantal insecten krijgen veel zwaluwen hun jongen niet meer groot. De afgestorven jongen zijn dan onder het nest te vinden. 

Tijdens de lezing was er alle ruimte om vragen te stellen of eigen ervaringen naar voren te brengen. André neemt daar de tijd voor en pakt daarna de draad van zijn verhaal weer moeiteloos op. Zelfs de ingeplande pauze ging er geheel aan op. Dat maakt wel duidelijk dat de aanwezigen geboeid waren en het nodige opstaken.

Een uitstekende avond!

Reacties zijn gesloten.