OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Kleurproblemen bij de roodkeelnachtegaal deel 2

Chris Steijvers

In het eerste deel heb ik het gehad over problemen met de rode keelkleur van de roodkeelnachtegaal. Dat is echter niet de enige zorg waar ik tegenaan loop. Daar waar de vogeltjes bruin moeten zijn, vertonen zich in toenemende mate witte en grijze veren. Maar eerst zal ik voor een goed begrip een kort overzicht van mijn avonturen met deze soort geven. Erg succesvol ben ik tot nu toe niet geweest.   

In 2019 kocht ik voor het eerst een koppeltje op de vogelmarkt in Zwolle. De vogels waren afkomstig uit België en hadden ringen van verschillende fokkers. Dat wijst op onverwantschap, maar het is geen garantie daarvoor. Het aantal roodkeelnachtegalen in de avicultuur is niet groot. Ooit is men gestart met een aantal uit het wild gevangen exemplaren. Het zal moeilijk zo niet onmogelijk zijn te achterhalen om hoeveel vogels het ging. Al met al is niet uit te sluiten dat de genetisch basis voor de in de West-Europese avicultuur aanwezige roodkeelnachtegalen uiterst smal is. Voor de praktijk zou dat dan betekenen dat het samenstellen van een geheel onverwant koppel uitgesloten is.

Ook al gezien de prijzen die voor dit type vogels worden gevraagd, heb ik ze voor aankoop uiteraard goed bekeken. Maar blijkbaar toch niet goed genoeg. Toen ik ze enige tijd in een vlucht had, zag ik dat het mannetje scheefstaande teentjes had. Als hij op een stok zat was het niet te zien. Op de rand van de voer- of waterbak viel het echter wel op. Het kan duiden op een gebrek aan kalk tijdens de opfok. Meteen maakte ik me al zorgen over een man die zich bij het bevliegen van de pop niet voldoende vast kan grijpen en daarom niet tot bevruchting komt. Die zorgen bleken onterecht. Begin juni 2020 had ik een nest met vier eitjes die allen bevrucht bleken.

Er kwamen op een vroege ochtend drie jongen waarvan er een al snel dood ging. De andere twee waren erg lusteloos. Ik zag geen van de oudervogels voer aandragen terwijl ze toch een ruime keus hadden uit larfjes van de wandelende tak, sprinkhaan en rozenkever. ’s Avonds heb ik beide jongen in een couveuse geplaatst en ben ik ze met de hand gaan voeden. Het mocht niet baten. Na één voeding met een larfje van de rozenkever gingen ze dood. Door de buikwand heen waren geelgroenig verkleurde ingewanden te zien. Het nog niet uitgekomen ei lag de volgende ochtend steenkoud in het nest. Na enkele uren in de broedmachine kwam het alsnog uit. Het jong sperde goed, maar na voeding met een larfje van de wandelende tak werd er niet meer gesperd. Er kwam nog wat natte ontlasting en tegen de avond was ook dit jong dood.   

Kleurproblemen bij de roodkeelnachtegaal

In 2021 sloeg het noodlot verder toe. Het koppel produceerde in juni een nest met vijf eieren die echter alle vijf onbevrucht waren. De oorzaak werd een maand later duidelijk. De man vertoonde evenwichtsstoornissen. Zijn toestand ging langzaamaan steeds verder achteruit. In het najaar kon hij zich nog maar nauwelijks staande houden. Hij kreeg ook problemen met zijn ademhaling. Constant zat hij met open bek naar lucht te happen. Ik begon me af te vragen of het niet beter was hem uit zijn lijden te verlossen. Maar voordat ik de knoop doorhakte, ging hij dood.

Uiteraard ging ik driftig op zoek naar een nieuwe man. Helaas was er zo goed als geen aanbod. In februari 2022 kon ik wel een koppeltje kopen. Ik heb dat maar gedaan, ook al had ik dan een popje over. De oude pop heb ik aan de nieuwe man gekoppeld. Dat leverde in juni een nest met drie eieren op. Maar na enkele dagen broeden hield de pop het voor gezien. Eén ei bleek verdwenen. De twee andere eieren gingen in de broedmachine. Ze waren beide bevrucht maar kwamen niet uit.

Zes dagen na het in de steek laten van het eerste broedsel legde de pop alweer een ei in een nieuw gebouwd nest. Er volgden nog twee eieren. Er kwamen twee jongen die het maar enkele uren uithielden. Ik heb geen van de oudervogels zien voeren. Het derde ei verhuisde maar weer naar de broedmachine, maar kwam niet uit.

Met de overtollige pop ging het ook niet best. Ze had kennelijk last van haar maag en/of darmen. Haar veren waren plakkerig van de ontlasting en vielen uit. Op het laatst was ze aan de achterkant van haar lichaam zo goed als kaal. Ze heeft het niet overleefd.

Dit jaar hoop ik maar dat het beter gaat. Maar eerlijk gezegd, wanneer de roodkeelnachtegaal een vogel was die, zoals kanaries of grasparkieten, in massa te fokken is, zou ik het koppel niet voor de kweek inzetten. Wat is namelijk het geval? Zoals aan het begin van dit artikel al vermeld, de pop kreeg na de rui in 2021 krijtwitte veren op het lichaam en op de kop. Ik had dus opeens een bonte roodkeelnachtegaal. In 2022 kwamen er op het lichaam nog meer witte veren. Het wit op het kopje nam echter grotendeels af. De slagpennen en de staartveren vertoonden vanaf 2022 grijze dwarsbanden. Die grijze dwarsbanden traden ook bij de man op. De oorzaak van deze bontvorming?

In een poging deze vraag te beantwoorden maak ik voornamelijk gebruik van het boek: “Zwarte merels, witte merels”, van Harvey van Diek en Hein van Grouw (2020 Uitgeverij Noordboek

ISBN 978 90 5615 670 1). Ik kan dat boek iedereen die in kleurafwijkingen bij vogels geïnteresseerd is aanbevelen. Toen ik het kocht en las vertoonde de pop de eerder genoemde krijtwitte veren. Wat een toeval, dacht ik. Op het moment dat ik een uitstekende uiteenzetting lees over PG (de afkorting van progressive greying oftewel voortgaande vergrijzing) doet dit verschijnsel zich bij een van mijn eigen vogels voor. Maar dat was te kort door de bocht. Aangezien het wit aan de kop van het popje na de volgende rui weer afnam, kon het geen PG zijn. Verder is het wit bij PG ook daadwerkelijk wit. De dwarsbanden op de slagpennen en de staartveren bij zowel de pop als de man zijn overduidelijk grijs.

Afgezien van PG geeft “Zwarte merels, witte merels” nog 4 mogelijke oorzaken die tot kleurveranderingen leiden. Deze komen echter geen van allen in aanmerking aangezien ze erfelijk overdraagbaar zijn en zich meteen bij de geboorte van de vogel tonen. Maar er zijn ook uitwendige factoren die er voor kunnen zorgen dat een vogel bont wordt. Dat zijn er een zestal waarvan er 5 meteen kunnen worden weggestreept. Blijft over een fout in de voeding.  

En dat plaatst mij voor een groot raadsel. Het dieet dat ik mijn roodkeeltjes voorzet heb ik in het vorige deel beschreven. Ik zou niet weten wat daar aan ontbreekt. Maar het kan natuurlijk ook een teveel van het een of ander zijn. De diamantduifjes waarmee de roodkeelnachtegalen hun verblijf delen, voer ik met een standaard mengsel tropisch zaad dat ik aanvul met raapzaad, universeelvoer en sepiapoeder dat ik van een schelp krab. De roodkelen pikken vaak in het voerbakje van hun medebewoners. Maar of ze er ook iets uit opnemen en wat dat dan is, kan ik niet zien. Om die mogelijkheid uit te sluiten zou ik de diamantduifjes ergens anders moeten onderbrengen.

Het is ook de vraag of  het verschijnsel in de avicultuur vaker voorkomt. Enige tijd geleden zag ik op Vogelmarktplaats een advertentie van een leeuwerik die exact de bontkleuring vertoonde die ook mijn roodkeel popje heeft. Maar verder is mij er niets over bekend. Volgens “Zwarte merels, witte merels” komt het in de natuur wel vaak voor. Het gaat dan om vogels die, net als veel mensen, de verleidingen van fastfood niet te kunnen weerstaan. Als jonge vogel worden ze door hun ouders vol gestopt met afval van vuilnisbelten en patatkramen. Dat heeft niet alleen bontvorming tot gevolg, ook de algemene conditie is slecht. De overlevingskansen van deze vogels zijn dan ook zeer laag.

In de avicultuur zijn bonte vogels soms zeer gewild. Het komt voor dat er kapitalen voor worden betaald. Over smaak valt niet te twisten, maar zelf vind ik bonte vogels meestal niet aantrekkelijk. Ik ben dus niet blij met mijn bonte roodkeelnachtegalen. Mocht het, tegen alle verwachtingen in, toch om een erfelijke afwijking gaan, dan zie ik dat niet als een vooruitgang. Een vogel die in de avicultuur op uitsterven staat, kunnen we maar beter in zijn oorspronkelijke vorm en kleur behouden.

Reacties zijn gesloten.